750 tulpenbollen
Eén van de acties waarmee Rotary Nederland geld ophaalt, is de ‘End Polio Now-tulpenactie’, zo vertelt Antoinette Knoet-Michels van Rotary Helmond. ,,Je koopt dan een doosje van 25 bollen voor een bepaald bedrag. De opbrengst daarvan gaat naar de polio-actie van de Rotary. Dit jaar dachten we: ‘Laten we als club eens flink wat bollen bestellen’. Door onze bestelling van 750 tulpenbollen, die we ook nog hebben aangevuld met narcissen, kan Rotary International 750 polivaccins inzetten.’’
Hoe zinnig is het als we voor onszelf tulpenbollen kopen? We kunnen er ook andere mensen van laten genieten
Antoinette Knoet-Michels, Rotary Helmond
Normaliter worden de tulpenbollen onder de leden verdeeld, bijvoorbeeld om ze zelf te planten of iemand cadeau te doen, maar dit jaar wilde Rotary Helmond ook iets anders te doen met de bollen zelf. Knoet-Michels: ,,Toen we de oproep kregen om mee te doen met de actie, werden we aan het denken gezet. Hoe zinnig is het als we voor onszelf tulpenbollen kopen? We kunnen er ook andere mensen van laten genieten. Dat is ook deel van de Rotary-gedachte: jezelf op allerlei manieren inzetten voor de maatschappij. Daar wilden we op inspelen.’’
Anderen die het meer nodig hebben kunnen genieten
Zo kwam Savant Rivierenhof in beeld als plek waar de tulpenbollen een goede bestemming krijgen. ,,Mensen in verzorgingshuizen hebben een kleine actieradius. Zij moeten het in veel gevallen vooral hebben van hun uitzicht. Verder kunnen zij maar weinig doen. Daarom leek het ons leuk om de bollen in de tuin van een zorginstelling te poten. Dan doen we nog iets anders goed en kunnen anderen die het meer nodig hebben ervan genieten, .’’
Knoet vervolgt: ,,Ons oudste Rotary-lid, Jan Kat, woont in woonzorgcentrum Savant Rivierenhof. Hij is 92 jaar en nog altijd een actief betrokken lid. Daarom wilden we specifiek voor die locatie iets doen.’’ Of deze vorm van actie voor herhaling vatbaar is? ,,Het is de eerste keer dat we zoveel bestellen en dit ermee doen. Misschien is het wel iets om te blijven doen. Dat zullen we in de club bespreken.’’
Sam van Ierssel Bron: ED